In 2009 is de gebiedsgerichte aanpak van grondwaterverontreiniging en gescheiden aanpak van bron en pluim van lokale verontreinigingen als beleid geaccepteerd. Enkele gemeenten en provincies zijn met de toepassing van gebiedsgerichte aanpak bezig. Er zijn enkele voorbeelden, zoals in de Kempen en Krimpenerwaard, van de organisatorische en financiële aspecten van gebiedsgericht beheer. De implementatie van het beleid en de wettelijke verankering is echter nog niet gerealiseerd. Er is nog altijd discussie of de wettelijke verankering uitsluitend in de Wbb, of ook in de Waterwet zou moeten worden vastgelegd. En bij het aanwijzen van verantwoordelijkheden bij gemeenten en/of waterschappen speelt nog steeds de vraag hoe de financiering en kostenverdeling tussen eigenaar van een vervuilde locatie en de gebiedsbeheerder eruit moet zien.
In de periode 2005 – 2009 heeft SKB een aantal activiteiten opgezet om overheden te ondersteunen bij gebiedsgericht grondwaterbeheer: door het aanreiken van instrumenten op inhoudelijk en bestuurlijk gebied en door het bieden van een platform waaraan zij deelnemen: het Grondwatercollectief. Het biedt de deelnemers de mogelijkheid kennis te nemen van de aanpak elders, zodat het wiel niet steeds opnieuw uitgevonden behoeft te worden. Het collectief breidt zich nog steeds uit, met name met waterschappen. Het Grondwatercollectief heeft diverse voorbeelden van mogelijke oplossingsrichtingen ontwikkeld en initiatieven genomen om vanuit de praktijk bij te dragen aan het beleid. De kennis over de technische aanpak is onderling uitgewisseld en op basis van die praktijkervaringen in pilots is een uitgebreide Handreiking gebiedsgericht grondwaterbeheer opgesteld.
Omdat gebiedsgericht grondwaterbeheer in hoge mate een bestuurlijke zaak is heeft SKB daarnaast het initiatief genomen voor een aantal ‘bestuurlijke pilots’ waarbij overheden samenwerken rond het duurzame beheer van diffuse grondwaterverontreiniging.
Zoals al vermeld bij de Handreiking hebben gemeenten in pilots gewerkt aan oplossingen voor gebiedsgericht grondwaterbeheer. Daarbij staan drie sporen open voor de praktische uitwerking:
- het Wbb-spoor: door clusteraanpak van verontreinigde pluimen
- het waterspoor: via een water- en een grondwaterplan
- het RO-spoor: via structuurvisies.
Voor aanpak via het Wbb-spoor is een wetswijziging nodig; zolang deze uitblijft stagneert de implementatie van de gemaakte plannen. Het water- en RO-spoor bieden zolang een escape.
Met de nog openstaande kennisvragen na de periode tot 2009 is SKB verder gegaan in de periode 2010 – 2015. Zie hiervoor de programmalijn ‘gebiedsgericht grondwaterbeheer’.
Bestuurlijke pilots
“In samenwerking met de Unie van Waterschappen is een zestal bestuurlijke pilots uitgevoerd. Deze pilots, in stedelijk en industrieel gebied en in de Kempen, hadden betrekking op gebieden met een grootschalige problematiek met verontreinigd grondwater. Gemeenten, waterschappen en provincies hebben in die pilots gezamenlijk maatwerkoplossingen ontwikkeld voor bodem, grondwater en oppervlaktewater. De ontwikkelde pilots kunnen worden én zijn gebruikt als voorbeeld voor bestuurlijke samenwerking elders. De aanbevelingen uit de bestuurlijke pilots zijn via het Landelijk Bestuurlijk Overleg Water aan de betrokken ministeries aangeboden.”