Het in kaart brengen van (mogelijke) verontreinigingen en het monitoren van saneringsprocessen in de bodem is essentieel voor het uitvoeren van succesvolle saneringen. Het karakteriseren van de verontreiniging (vaststellen van ernst en omvang van verontreinigingen, maar ook het in kaart brengen van zones met hoge concentraties) moet zo goed mogelijk gebeuren om een realistisch saneringsplan op te kunnen stellen en niet tijdens de uitvoering te worden geconfronteerd met nalevering vanuit een onbekende bron. Monitoren tijdens de sanering is nodig om de afname van stofgehaltes in de bodem te kunnen volgen, en daarmee de voortgang van het saneringsproces. Monitoring stelt de aannemer in staat het saneringsproces bij te sturen en is nodig om het moment te bepalen waarop de sanering kan worden beëindigd. Tijdig stoppen met saneren is ook een kostenbesparing.

SKB heeft kennis ontwikkeld die de mogelijkheden om bodemverontreiniging te karakteriseren, meten en monitoren vergroot: